samenhangen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenhangen
hing samen
samengehangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

samenhangen

  1. absoluut in onderling verband met elkaar staan
    • De eerste hoofdstukken van dit boek lijken wat warrig maar later blijken ze juist zeer sterk samen te hangen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be