rustpunt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rust·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rustpunt rustpunten
verkleinwoord rustpuntje rustpuntjes

Zelfstandig naamwoord

het rustpunto

  1. plaats waar of moment waarop men rust neemt
  2. (bouwkunde) punt waarop iets rust of steunt, steunpunt
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen