ruggensteunde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rug·gen·steun·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ruggensteunen |
ruggensteunde
- enkelvoud verleden tijd van ruggensteunen
- Ik ruggensteunde.
- Jij ruggensteunde.
- Hij, zij, het ruggensteunde.
- Ik ruggensteunde.