ruggensteunde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·gen·steun·de

Werkwoord

vervoeging van
ruggensteunen

ruggensteunde

  1. enkelvoud verleden tijd van ruggensteunen
    • Ik ruggensteunde. 
    • Jij ruggensteunde. 
    • Hij, zij, het ruggensteunde.