ruggensteun
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruggensteun (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rug·gen·steun
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rug en steun met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruggensteun | ruggensteunen |
verkleinwoord | ruggensteuntje | ruggensteuntjes |
Zelfstandig naamwoord
de ruggensteun m
- steun voor de rug
- (figuurlijk) goede hulp
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ruggensteunen |
ruggensteun
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruggensteunen
- Ik ruggensteun.
- gebiedende wijs van ruggensteunen
- Ruggensteun!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruggensteunen
- Ruggensteun je?
Gangbaarheid
- Het woord ruggensteun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruggensteun" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %