rover

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rover rovers
verkleinwoord rovertje rovertjes

Zelfstandig naamwoord

de roverm

  1. (juridisch) iemand die door geweldpleging iemand besteelt
    • Robin Hood staat bekend als een rover die de rijken bestal, maar de armen hielp. 
    • de grootste rovers vinden we nog altijd in de top van het bedrijfsleven[2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
rover rovers

Zelfstandig naamwoord

rover

  1. (sport) een willekeurig doelwit bij het boogschieten
  2. iemand die rondzwerft, een zwerver
  3. (ruimtevaart) een voertuig dat op een ander hemellichaam rondzwerft
  4. (sport) een positie in het Australisch voetbal
  5. een piratenschip


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Engelse woord rover
Naar frequentie 11554
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rover     roveren     rovere     roverne  
genitief   rovers     roverens     roveres     rovernes  

Zelfstandig naamwoord

[A] rover m

  1. bij de padvinders een lid van de jongerentak van meer dan 16 jaar
Verwante begrippen
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rover     roveret     rover
roverer  
  rovera
roverene  
genitief   rovers     roverets     rovers
roverers  
  roveras
roverenes  

Zelfstandig naamwoord

[B] rover o

  1. (geologie), (scheepvaart) bevaarbare brede riviermond

Zelfstandig naamwoord

rover, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van rover
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Engelse woord rover
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rover     roveren     roverar     roverane  

Zelfstandig naamwoord

[A] rover m

  1. een padvinder of en padvindsters van eer dan 16 jaar
  2. (verouderd) bij de padvinders een lid van de jongerentak van meer dan 16 jaar
Verwante begrippen
  • [2]: ranger (bij de padvindsters)
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rover     roveret     rover     rovera  

Zelfstandig naamwoord

[B] rover o

  1. (geologie), (scheepvaart) bevaarbare brede riviermond

Zelfstandig naamwoord

rover, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van rover