rotgans

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rot·gans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotgans rotganzen
verkleinwoord rotgansje rotgansjes

Zelfstandig naamwoord

de rotgansv / m

  1. (eendvogels) kleine wit-zwarte gans met een ver klinkende rott-rott roep, Branta bernicla op Wikispecies
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen