roteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·teert

Werkwoord

vervoeging van
roteren

roteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roteren
    • Jij roteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roteren
    • Hij roteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van roteren
    • Roteert!