rondrijden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondrijden
reed rond
rondgereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

rondrijden

  1. inergatief rijden zonder een bepaald doel of met het doel de omgeving te verkennen
    • Hij heeft een tijdje rondgereden op zoek naar een parkeerplaats, maar is uiteindelijk maar naar de parkeergarage gegaan 
     Bij de start van het seizoen zullen de twee Red Bull-coureurs in bolides rondrijden met een veel bekender kleurenpatroon. De afgelopen jaren presenteerde Red Bull rond de testdagen steevast een wagen in camouflagekleuren.[1]


Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Red Bull weer met camouflagekleur bij presentatie, Mercedes toont W10” (Woensdag 13 februari 2019, 14:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be