roms

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • roms
Naar frequentie 10128

Zelfstandig naamwoord

roms, o

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van rom (betekenissen [A], [B], [C] van rom)

Zelfstandig naamwoord

roms, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van rom (betekenis [A] van rom)