rommelmarkt

Een rommelmarkt in Lisse (1985)

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rommelmarkt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rom·mel·markt

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rommel ww  en  markt 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rommelmarkt	rommelmarkten
verkleinwoord	rommelmarktje	rommelmarktjes

Zelfstandig naamwoord

de rommelmarkt v / m

1. markt voor tweedehands goederen

Synoniemen

• vlooienmarkt, luizenmarkt

Vertalingen

    1.   

Duits: Flohmarkt (de), Trödelmarkt (de) Engels: flea market (en) Frans: marché aux puces (fr) Nedersaksisch: pröttelmarkte (nds), rommelmarkt (nds), vleujenmarkte (nds)

Pools: pchli targ (pl) Spaans: rastrillo (es) m, mercadillo (es) m Tsjechisch: leší trh (cs) monbezield, blešák (cs) monbezield

Gangbaarheid

• Het woord rommelmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rommelmarkt" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nedersaksisch

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rommelmarkt	rommelmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rommelmarkt

1. rommelmarkt; markt voor tweedehands goederen

Synoniemen

• pröttelmarkte
• vleujenmarkte

Veluws

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rommelmarkt	rommelmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rommelmarkt

1. rommelmarkt; markt voor tweedehands goederen