romantiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘romantische richting in de literatuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord romantiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de romantiekv

  1. een gevoelige liefhebbende sfeer
    • Het moment dat Maxima en Alex de trappen "mijn" Stedelijk betraden was ware romantiek.[2] 
     Je ziet ook hoe het leven langzaam uit de Route is weggetrokken. De romantiek van het verval is overvloedig aanwezig. Verlaten, met gras en onkruid overwoekerde tankstations.[3]
  2. (kunst), (geschiedenis) een intellectuele en artistieke stroming die haar hoogtijdagen kende aan het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw
    • De landschappen van Friedrich zijn een toonbeeld van de verbondenheid tussen mens en natuur, een groot thema in de romantiek.[4] 
Verwante begrippen
  • Romantiek, voor het met (2) overeenkomende tijdperk
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen