roerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roer·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van roeren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roerder | roerders |
verkleinwoord | roerdertje | roerdertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (techniek) voorwerp waarmee wordt geroerd
- Meng het geheel weer op maximale stand met de roerder totdat een gladde massa ontstaat.[2]
- (techniek) apparaat dat iets roert
- De magnetische roerder maakt een linksdraaiende vortex, die het water vitaliseert en die er ook voor zorgt dat er geen kortsluitlussen tussen de staven ontstaan.[3]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord roerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.