roeiriem

Nederlands

roeiriem

Uitspraak

• Geluid:  roeiriem    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrujrim / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• roei·riem

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  roei ww  en  riem zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roeiriem	roeiriemen
verkleinwoord	roeiriempje	roeiriempjes

Zelfstandig naamwoord

de roeiriem m

1. lange ronde stok met verbreed uiteinde dat de roeier gebruikt om een roeiboot voort te bewegen

   • De Aluyard Koningssloep is een variant op andere door de werf geproduceerde aluminium boten, maar lijkt behalve de naam in vrijwel niets op de originele Koningssloep. Die is namelijk van hout, wordt in beweging gebracht door een leger adelborsten aan de roeiriemen, en heeft een speciaal compartiment met baldakijn voor de koning.  
   • De vier roeiriemen gaan uit de boot en worden op de kade gelegd. Roeien kan altijd later nog. Met z’n drieën wordt de mast omhooggetild en op de bodem van de boot geplaatst. De stagen, de piekeval en de klauwval worden ontward. Dan kan het oude Sharpiezeil, afkomstig van de vliering van Sharpie-veteraan Cor van Wijk, worden aangeslagen.  

Synoniemen

• riem, roeispaan

Verwante begrippen

• peddel

Vertalingen

    1.   

Engels: oar (en),

Gangbaarheid

• Het woord roeiriem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roeiriem" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.