robes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·bes

Zelfstandig naamwoord

de robesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord robe


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
robar

robes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van robar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van robar