rijswaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijs·waard
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijs en waard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijswaard | rijswaarden |
verkleinwoord | rijswaardje | rijswaardjes |
Zelfstandig naamwoord
- uiterwaard met rijs (griend) begroeid, griendwaard
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rijswaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.