rijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

rijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van rijk
     Als ik de volle maan zie sla ik vreemd genoeg altijd een kruis, kus mijn duim en wijs naar de maan als gebaar van dankbaarheid voor de rijke ervaringen in mijn leven en de mensen om mij heen.[1]
Afgeleide begrippen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van rijk met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord rijke rijken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rijke

  1. iemand die veel bezit
    • En de rijken werden rijker en de armen werden armer. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be