rijgpen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijg·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijg ww en pen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijgpen | rijgpennen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- platte naald met een wijd oog en een stompe punt
- Nu was het de kunst om, na het terugtrekken van ons pompje, het ventiel ogenblikkelijk af te knijpen, dubbel te vouwen en met een elastiekje dicht te wikkelen. Dit lukte zelden zonder het gevreesde verlies van lucht en al helemaal niet wanneer je het gevecht met de bal in je eentje moest voeren. Om hem fatsoenlijk op te pompen had je dus assistentie nodig en voor het goed strak aan elkaar rijgen van de gapende lederen schede moest je ten minste met zijn drieën en een goede rijgpen zijn. En wanneer wij hem dan eindelijk dicht en min of meer rond hadden, was het buiten begonnen te schemeren. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rijgpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijgpen" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC 25 juli 1992 Kees van Kooten over voetbal; Bal maakt goal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be