rieke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rie·ke

Werkwoord

vervoeging van
rieken

rieke

  1. aanvoegende wijs van rieken


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈriːkɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rieke
reek
gereke
klasse 1 volledig

Werkwoord

rieke

  1. reiken
    «Es wied 'd oug reek, logentj vèljer.»
    Zo ver als het oog reikte lagen velden.
  2. verrijken
    «Vinjs-toe det anger völk ózzer rieke
    Vind jij dat andere culturen de onze verrijken?