reserves

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ser·ves

Zelfstandig naamwoord

de reservesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord reserve


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
reservar

reserves

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reservar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reservar