remmer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van remmen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord remmer remmers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de remmerm

  1. (scheikunde) (biologie) stof die een remmende werking uitoefent, die de reactiesnelheid vertraagt
  2. iets of iemand die zorgt voor het verminderen van de snelheid van een voertuig
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be