reclameerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cla·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
reclameren

reclameerde

  1. enkelvoud verleden tijd van reclameren
    • Ik reclameerde. 
    • Jij reclameerde. 
    • Hij, zij, het reclameerde.