recipiënt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ci·pi·ent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recipiënt | recipiënten |
verkleinwoord | recipiëntje | recipiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de recipiënt m
- (techniek) een kolf of vat voor gas of vloeistof
- (medisch) de ontvanger van bloed, weefsel of een orgaan dat van een donor afkomstig is
Antoniemen
Hyponiemen
- [1] reservoir
Verwante begrippen
Vertalingen
2. de ontvanger van bloed, weefsel of een orgaan dat van een donor afkomstig is
Gangbaarheid
- Het woord recipiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "recipiënt" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be