recipiëren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ci·pi·e·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

recipiëren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recipiëren
recipieerde
gerecipieerd
zwak -d volledig
  1. voorbereid gelijktijdig ontvangen van een groot aantal gasten bij een gedenkwaardig moment als een huwelijk, jubileum, pensionering of de jaarwisseling
    • Noord, Oost, Zuid en West recipiëren van 16.30 tot 18.30. Stadsdeel Noord doet dat bij het AOC Oost aan de Hengelosestraat 481, stadsdeel Oost in de Ontmoetingskerk aan de Varviksingel 139, stadsdeel Zuid in het servicecentrum Zuid aan de Wesselerbrinklaan 102 en stadsdeel West in het servicecentrum West aan de B.W. ter Kuilestraat 33. [4] 
    • Waarin miljonairs wel weten hoe je goedkoop kunt recipiëren: Het nieuwe taboe is sinds kort de nieuwjaarsreceptie. Die van de gemeente Amsterdam werd op het laatste moment geannuleerd, vanwege de kosten. Die waren niet hoger dan het jaar ervoor: anderhalve ton voor een feestje waar tweeduizend mensen komen. Omgerekend nog geen honderd euro per persoon, en dat in een chique lokatie als het Concertgebouw. Kennelijk is dat anno 2011 duur. [5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen