rechtsgeleerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·ge·leer·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtsgeleerde rechtsgeleerden
verkleinwoord rechtsgeleerdetje rechtsgeleerdetjes

Zelfstandig naamwoord

de rechtsgeleerdem

  1. (beroep), (juridisch) een deskundige op het gebied van rechtsleer
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

rechtsgeleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van rechtsgeleerd

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be