rechtenstudent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ten·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtenstudent rechtenstudenten
verkleinwoord rechtenstudentje rechtenstudentjes

Zelfstandig naamwoord

de rechtenstudentm

  1. (onderwijs) student in de rechtsgeleerdheid
    • Een eerstejaars rechtenstudent. 
     Het was weliswaar lang geleden dat hij zich bezig had moeten houden met economie, boekhouden en bedrijfseconomie, het ellendigste onderdeel voor de rechtenstudent, dat sluw al in het eerste jaar van de opleiding was geplaatst.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149