razendsnel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: razendsnel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·zend·snel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeer snel’ voor het eerst aangetroffen in 1963 [1]
- intensief, samenstelling van razend en snel
stellend | |
---|---|
onverbogen | razendsnel |
verbogen | razendsnelle |
partitief | razendsnels |
Bijvoeglijk naamwoord
razendsnel
- heel erg snel
Gangbaarheid
- Het woord razendsnel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "razendsnel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "razendsnel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Intensief in het Nederlands
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %