rato

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·to
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

rato

  1. evenredigheid, verhouding alleen als deel van vaste verbindingen
Synoniemen
Typische woordcombinaties

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   rato     ratoj  
accusatief   raton     ratojn  

Zelfstandig naamwoord

rato

  1. (knaagdieren) rat


Ido

Zelfstandig naamwoord

rato

  1. (knaagdieren) rat


Portugees

enkelvoud meervoud
rato ratos

Zelfstandig naamwoord

rato m

  1. (knaagdieren) rat


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·to
enkelvoud meervoud
rato ratos

Zelfstandig naamwoord

rato m

  1. ogenblik, tijdje, poosje, tijd
Uitdrukkingen en gezegden
  • a ratos
soms
  • a cada rato
steeds weer
  • buen rato
leuke tijd, vrij lange tijd
Synoniemen