ran

Uit WikiWoordenboek

Engels

Werkwoord

ran

  1. verleden tijd enkelvoud en meervoud van run


Kiribatisch

Zelfstandig naamwoord

ran

  1. water (al dan niet fris)
  2. vloeistof
  3. sap, jus, vocht
  4. melk
  5. putwater


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord rán.

Zelfstandig naamwoord

ran o

  1. (juridisch) roof
    «Politiet ble i dag utsatt for ran på høylys dag.»
    De politie was vandaag onderworpen aan een roof op klaarlichte dag.
  2. (juridisch) roofoverval
Verbuiging
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ran     ranet     ran     rana
ranene  
genitief   rans     ranets     rans     ranas
ranenes  
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord rán.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ran     ranet     ran     rana
bijvorm: rani  

Zelfstandig naamwoord

ran o

  1. (juridisch) roof
  2. (juridisch) roofoverval
Afgeleide begrippen