radio-omroep

Uit WikiWoordenboek
De opname van een hoorspel (1949)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dio-om·roep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radio-omroep radio-omroepen
verkleinwoord radio-omroepje radio-omroepjes

Zelfstandig naamwoord

de radio-omroepm

  1. (telecommunicatie) het vanuit een centraal punt (studio) via de ether of kabel openbaar verspreiden van berichten en muziek, volgens een bekendgemaakt programma of formule
    • Nieuws wordt vaak het eerst vernomen via de radio-omroep . 
Schrijfwijzen
  • Radio-omroep wordt ter vermijding van klinkerbotsing met een koppelteken geschreven
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid