raadsheer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raads·heer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadsheer raadsheren
verkleinwoord raadsheertje raadsheertjes

Zelfstandig naamwoord

de raadsheerm

  1. (beroep) iemand die advies geeft
  2. (regering) een adviseur of lid van een adviescollege van een vorst
  3. (juridisch) in Nederland: een rechter van het gerechtshof of de Hoge Raad; in België een rechter van het Hof van beroep of het Hof van Verbreking (cassatie)
  4. (schaak) een schaakstuk dat alleen in diagonalen wordt verzet
    • Na de witte raadsheer is nu ook de zwarte geslagen. 
  5. (dierkunde) een duivenras
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be