raadplegen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·ple·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
raadplegen
raadpleegde
geraadpleegd
zwak -d volledig

Werkwoord

raadplegen

  1. overgankelijk een bron van informatie of ervaring aanspreken
    • Zij raadplegen WikiWoordenboek voor de vertaling van dat woord in het Perzisch. 
     Deze app was voor mij in vele opzichten een reddingslijn en ik raadpleegde hem meerdere malen per dag om te zien waar ik me bevond.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be