python

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • py·thon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1622 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord python pythons
verkleinwoord pythontje pythontjes

Zelfstandig naamwoord

de pythonm

  1. (reptielen) een geslacht Python op Wikispecies van wurgslangen uit de familie pythons (Pythonidae op Wikispecies) waarvan de soorten niet giftig zijn en die soms erg lang kunnen worden
    • Ik ben echt als de dood voor pythons! 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈpaɪθɑːn/
enkelvoud meervoud
python pythons

Zelfstandig naamwoord

python

  1. (reptielen) python
Hyperoniemen


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  python     le python     pythons     les pythons  

Zelfstandig naamwoord

python m

  1. (reptielen) python
Hyperoniemen