puceau
Frans
Uitspraak
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| puceau | le puceau | puceaux | les puceaux |
Zelfstandig naamwoord
puceau m
- (spreektaal) maagdelijke jongen, blaag, broekie,knaap, man die nog maagd is [1]
- «Imaginez un jeune puceau de dix-neuf ans, qui somnolait encore dans les limbes de l'adolescence, et n'avait jamais connu que les bla-bla révolutionnaires sur le patriotisme, le communisme, l'idéologie et la propagande. [2]»
- Stel u zich een jong broekie van negentien voor, die nog vertoefde in de dagdromen van de adolescentie en die nooit anders gekend had dan revolutionair geleuter over patriotisme, communisme, ideologie en propaganda.
- «Imaginez un jeune puceau de dix-neuf ans, qui somnolait encore dans les limbes de l'adolescence, et n'avait jamais connu que les bla-bla révolutionnaires sur le patriotisme, le communisme, l'idéologie et la propagande. [2]»
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van pucelle
Verwijzingen
- ↑ Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 171
- ↑ Dai Sijie, Balzac et la Petite Tailleuse chinoise, 2000, ISBN 207075762-5)