proletarisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·le·ta·risch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘m.b.t. het proletariaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1894 [1]
  • afgeleid van proletariër met het achtervoegsel -isch [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen proletarisch proletarischer
verbogen proletarische proletarischere
partitief proletarisch proletarischers -

Bijvoeglijk naamwoord

proletarisch [3]

  1. betrekking hebbend op de arbeidersklasse zonder bezit die is overgeleverd aan uitbuiting door gewetenloze kapitalisten
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen