proefkonijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • proef·ko·nijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord proefkonijn proefkonijnen
verkleinwoord proefkonijntje proefkonijntjes

Zelfstandig naamwoord

het proefkonijno

  1. konijn waarop proeven of experimenten gedaan worden
    • Veel mensen zijn tegen het gebruik van proefkonijn voor experimenten. 
  2. (figuurlijk) proefpersoon
     Gelukkig, dat zij nog bijtijds tot de ontdekking komt, dat het dezen modernen artist geen ernst is en dat zij voor hem weinig meer is geweest dan een proefkonijn, geschikt voor experimentatie, zoodat ten slotte nog alles goed terechtkomt, dank zij vooral het gezond verstand van den ingenieur.[1]
     Olga, ik geloof nu dat je wèrkelijk van hem hield. Wat valt er dan te vergeven? Ik haatte je toen ik daaraan twijfelde, toen ik dacht dat jíj Hans als een proefkonijn op de snijtafel had inplaats van het leven jòu... Hans heeft met me gesproken... ik begrijp nu wat je gedaan hebt en waarom en Hans zal ook zeker ééns anders over je denken dan nu.[2]
    • Jij bent ons proefkonijn om te kijken of de techniek werkt. 
Vertalingen
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2020 Weblink bron Oorspronkelijke romans in: De tijdspiegel., eerste deel (1900), Fuhri's-Gravenhage, p. 472 op delpher.nl op Wikipedia
  2. Bronlink Weblink bron
    Nico van Suchtelen
    De tuin der dromen in:
    Cyriel Buysse, Louis Couperus & W.G. Van Nouhuys (eds.)
    Groot Nederland, Jaargang 11 (1913), Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, p. 107 op dbnl.org op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be