procedé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ce·dé
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werkwijze’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
  • Van het Franse procédé, het voltooid deelwoord van procéder. Uiteindelijk net als proces en procedure te herleiden tot het Latijnse procedere.
enkelvoud meervoud
naamwoord procedé procedés
verkleinwoord procedeetje procedeetjes

Zelfstandig naamwoord

het procedéo

  1. de manier waarop iets geproduceerd wordt
    • Er is aan dit procedé patent verleend. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen