prikkie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prik·kie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | prikkie | prikkies |
Zelfstandig naamwoord
het prikkie o dim. tant.
- weinig geld
- Ik heb dat voor een prikkie gekocht.
Gangbaarheid
- Het woord prikkie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prikkie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be