presto

Uit WikiWoordenboek
Een presto gespeeld deel van De vier jaargetijden op Wikipedia.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pres·to
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bijwoord: snel’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van Italiaans presto [2]

Bijwoord

presto

  1. (muziek) snel gespeeld (in een hoger tempo dan allegro)
enkelvoud meervoud
naamwoord presto presto's
verkleinwoord prestootje prestootjes

Zelfstandig naamwoord

het prestoo

  1. (muziek) gedeelte van een muziekstuk dat snel moet worden gespeeld
    • Het is mijn vaste overtuiging dat Brahms, als hij ten tijde van Stamitz had geleefd, al zijn allegri non troppo eenvoudig allegro, zonder meer, had genoemd. Maar omstreeks '70, '80 was men er reeds lang toe gekomen van een eenvoudig allegro van Mozart of Beethoven een soort presto te maken (Clementi's bravoureschool!). [3]

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·sto

Bijwoord

presto

  1. gauw, snel
  2. vroeg
Overerving en ontlening


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
prestar

presto

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van prestar