prestidigitateur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pres·ti·di·gi·ta·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse prestidigiter met het achtervoegsel -ateur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prestidigitateur | prestidigitateurs |
verkleinwoord | prestidigitateurtje | prestidigitateurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de prestidigitateur m
- (beroep) iemand die goochelt, een goochelaar
Gangbaarheid
- Het woord 'prestidigitateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.