prehistorie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·his·to·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prehistorie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de prehistoriev

  1. (geschiedenis) voorhistorische periode, de tijd waaruit totaal geen geschreven documenten zijn overgeleverd
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen