positivt

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • po·si·tivt
Naar frequentie 6931

Bijvoeglijk naamwoord

positivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van positiv


Noors

Woordafbreking
  • po·si·tivt
Naar frequentie 6802

Bijvoeglijk naamwoord

positivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van positiv


Nynorsk

Woordafbreking
  • po·si·tivt

Bijvoeglijk naamwoord

positivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van positiv