poses

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ses
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de posesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pose
Synoniemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Zelfstandig naamwoord

poses mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pose

Werkwoord

vervoeging van
poser

poses

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van poser
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van poser


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
posar

poses

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van posar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van posar