posel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·sel
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

posel

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) ondeugdelijk, ritueel ongeschikt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·sel

Zelfstandig naamwoord

posel mbezield

  1. bode, koerier
Verbuiging


Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Paroniemen

Verwijzingen

Werkwoord

posel

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord posít
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord posít
Synoniemen