portfolio

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • port·fo·lio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord portfolio portfolio's
verkleinwoord portfoliootje portfoliootjes

Zelfstandig naamwoord

portfolio m / o

  1. map (voor het bewaren van grote tekeningen, schema's enz)
  2. een verzameling van werken, bezittingen, rechten of verwezenlijkingen van een persoon (effectenbezit, vervaardigde producten, aangeboden diensten, gefinancierde projecten etc.)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen