plongeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plon·geur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse plonger met het achtervoegsel -eur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plongeur | plongeurs |
verkleinwoord | plongeurtje | plongeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die borden wast in een restaurant, een bordenwasser
Gangbaarheid
- Het woord 'plongeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.