pleziertocht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ple·zier·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plezier en tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pleziertocht | pleziertochten |
verkleinwoord | pleziertochtje | pleziertochtjes |
Zelfstandig naamwoord
de pleziertocht m
- tocht die men voor zijn genoegen maakt
- zij maakten een pleziertochtje op de fiets en hadden daarbij veel fietsplezier
Gangbaarheid
- Het woord pleziertocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.