playbackt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- play·backt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
playbacken |
playbackt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van playbacken
- Jij playbackt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van playbacken
- Hij playbackt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van playbacken
- Playbackt!