plaksel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaksel plaksels
verkleinwoord plakseltje plakseltjes

Zelfstandig naamwoord

het plakselo

  1. Lijm
  2. Werkstukjes gemaakt met plaksel
  3. Werkstukken gemaakt met knippen en plakken van internet (denigrerend).
    • Dit plaksel van Wikipedia en internet kunnen we moeilijk een zelfgeschreven werkstuk noemen!! 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be