plagieerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plagieerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pla·gi·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plagiëren |
plagieerden
- meervoud verleden tijd van plagiëren
- Wij plagieerden.
- Jullie plagieerden.
- Zij plagieerden.
- Wij plagieerden.