pizca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • piz·ca
enkelvoud meervoud
pizca pizcas

Zelfstandig naamwoord

pizca v

  1. beetje, snufje, tikkeltje

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
pizcar

pizca

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pizcar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pizcar